In een wereld waarbij je constant moet bewijzen dat het goed met je gaat en je steeds beter moet worden in wat je doet, vind ik het prettig om mezelf tegen over de zee te plaatsen. De zee die oneindig is, constant verandert zonder goed of fout. Het relativeert mijn eigen bestaan, mijn handelen en mijn problemen. Door dat ik mezelf nietig voel bij de zee ben ik in het moment en kom ik tot rust. Dit gevoel heb ik eerder proberen te vangen in tekeningen, maar die zijn vaak toch te statische en raken niet dit gevoel. Ik merk dat ik in die tekeningen vooral de schoonheid van de zee overdragen en niet het jezelf verliezen in de zee.
Maar waarom moeten mensen dan naar mij komen kijken als de mensen ook gewoon naar de zee kunnen gaan. Juist het proberen weer te geven van iets wat nietig is, wat er al eeuwen is, heeft een dualiteit in zich en legt de absurditeit van ons geraas bloot. Ik wil iets vangen wat onmogelijk is. In mijn pogingen om het oneindige weer te geven, wil ik een performance creëren waarbij de bezoekers en ik, ons zelf op de duur nietig gaan voelen, helemaal verdwijnen in de ter plekke gecreëerde wereld. Hoe deze nietigheid te bereiken en hoe ons op een gegeven moment in een oneindig beeld/wereld, te laten verdwijnen.